Zwangerschap en borstvoeding tijdens de Ramadan
Er kunnen zich met betrekking tot zwangere en borstvoedende vrouwen twee situaties voordoen:
- De vrouw is verplicht om te vasten en mag het niet nalaten, omdat het vasten niet moeilijk voor haar is en ze vreest niet voor haar kind. Het vasten heeft geen invloed.
- Het vasten is te moeilijk voor de vrouw, ze vreest voor zichzelf of voor haar kind. Het is makruh voor haar om te vasten en sommige geleerden hebben zelfs gezegd dat het haram is voor deze vrouw om te vasten als ze vreest voor haar kind.
Al-Mirdawi heeft in al-Insaf (7/382) gezegd over het tweede punt:
“Het is in dit geval makrooh voor haar om te vasten.”
Ibn ‘Aqil heeft gezegd:
“Als een zwangere vrouw of een borstvoedende moeder geeft, vreest voor haar zwangerschap of haar kind, dan is het in dit geval niet toegestaan voor haar om te vasten maar als ze niet voor haar kind vreest dan is het niet toegestaan voor haar om niet te vasten.”
In Fatawa Al-Siyam (bladzijde 161) van Sheikh Ibn Uthaymien (moge Allah hem genadig zijn) staat dat de Sheikh gevraagd werd: Als een zwangere vrouw of borstvoedende moeder niet vast zonder een excuus en sterk en in goede gezondheid is en niet beïnvloed wordt door het vasten, wat is de uitspraak daarover?
Hij antwoordde dat het voor deze vrouwen niet toegestaan is om niet te vasten tijdens de Ramadan, tenzij zij een (geldige) reden hebben om niet te vasten. Wanneer zij niet vasten, omdat zij een reden hebben, dan dienen zij hun gemiste vastendagen in te halen, want Allah heeft gezegd met betrekking tot de zieke (waar zwangere vrouwen en borstvoedende moeders toe gerekend worden):
“Het is niet toegestaan voor een zwangere vrouw of borstvoedende moeder om niet te vasten gedurende de dag in de Ramadan tenzij ze een excuus hebben. Als ze niet vasten omdat ze een excuus hebben, dan moeten ze de gemiste vastendagen inhalen, omdat Allah met betrekking tot de zieke heeft gezegd (interpretatie van de betekenis – soerah Al-Baqarah 2:185):
Wie van jullie aanwezig is in de maand, laat die dan vasten, maar wie ziek is of op reis, dan is er een aantal andere dagen (om het vasten van de maand Ramadan in te halen).
Wanneer hun excuses is dat zij vrezen voor hun kind, dan dienen zij hun gemiste vastendagen in te halen. Tevens zijn er geleerden die zeggen dat zij een arme moeten voeden voor iedere dag die zij gemist hebben (met tarwe, rijst, dadels of met ander primair voedsel). Andere geleerden hebben gezegd dat zij slechts hun gemiste dagen moeten inhalen, ongeacht de situatie, want er is geen bewijs in de Koran en de Sunnah voor het geven van voedsel in deze situatie. Het basisprincipe is dat er geen verplichting is zonder bewijs. En dit is de mening van Abu Haniefa (moge Allah tevreden met hem zijn), een sterke mening.
Sheikh Ibn Uthaymien (moge Allah hem genadig zijn) werd verder in Fatawa al-Siyaam (bladzijde 162) ook gevraagd over een zwangere vrouw die vreest voor zichzelf en haar kind en niet vast. Hij zei over deze vrouw:
Ons antwoord hierop is dat één van de (volgende) twee situaties van toepassing moet zijn in het geval van een zwangere vrouw.
- De vrouw is gezond en sterk en het vasten is niet te moeilijk voor haar. De foetus wordt ook niet beïnvloedt. De vrouw is verplicht om te vasten en heeft geen excuses om niet te vasten.
- De zwangere vrouw is niet in staat om te vasten, omdat de zwangerschap vergevorderd is of omdat ze fysiek zwak is of om een andere reden. De vrouw zou in dit geval niet moeten vasten, vooral als er reden bestaat om te denken dat haar foetus beschadigd wordt, waardoor het voor haar zelfs verplicht kan zijn om niet te vasten. In dit geval, moet ze zoals anderen die om een geldige reden niet vasten de dagen inhalen wanneer dat excuus niet langer van toepassing is. Als ze bevallen is, moet ze die vastendagen inhalen nadat ze gereinigd is van de kraambloeding.
Soms wordt het excuus van zwangerschap opgeheven maar meteen opgevolgd door een ander excuus, namelijk borstvoeding. De borstvoedende moeder kan eten en drinken nodig hebben, vooral gedurende de lange zomerdagen waarin het heel heet is. Ze hoeft dus niet te vasten zodat ze haar kind met haar melk kan voeden. In dit geval zeggen we ook tegen haar: Vast niet, en wanneer dit excuus niet langer van toepassing is, dan zou je de vastendagen die je gemist hebt, in moeten halen.
Sheikh Ibn Baz heeft in Majmu al-Fataqa (15/224) werd ook gevraagd over deze zaak en hij zei dat het bewezen is in de hadith van Anas ibn Malik Al-Ka’bi, die overgeleverd is door Ahmed en de overleveraars van de Sunan (sahih isnad), dat de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) zwangere en borstvoedinggevende vrouwen toestond om niet te vasten. Hij beschouwde hen als reizigers. Hieruit kunnen we opmaken dat zij niet hoefden te vasten, maar dat zij hun vasten later konden inhalen, zoals reizigers doen. De geleerden hebben gesteld dat zij alleen toegestaan waren om niet te vasten wanneer het te moeilijk voor hen was, zoals in het geval van ziekte of bij angst voor de kinderen. En Allah weet het beste.
In Fatawa al-Lajnah al-Da’imah (10/226) staat:
De zwangere vrouw is verplicht om te vasten tijdens haar zwangerschap, tenzij ze vreest dat het vasten haar of haar foetus zal beïnvloeden en in dit geval is het toegestaan voor haar om niet te vasten en moet ze de gemiste vastendagen inhalen nadat ze bevallen is en gereinigd is van de kraambloeding.
De geleerden verschillen van mening over de regel voor zwangere vrouwen en borstvoedende moeders als ze niet vasten. Er zijn verscheidene meningen:
- Enkel het vasten hoeft ingehaald te worden. Dit is de mening van Imam Abu Hanifah (moge Allah hem genadig zijn). Onder de Sahabah was dit de mening van ‘Ali ibn Abi Talib (moge Allah tevreden met hem zijn).
- Als ze voor zichzelf vrezen, moeten ze het vasten alleen inhalen en als ze voor hun kinderen vrezen, dan moeten ze het vasten inhalen en een arme persoon voeden voor elke (gemiste) dag. Dit is de mening van Imam al-Shafa’i en Imam Ahmad. Al-Jassas heeft dit ook overgeleverd van Abdullah Ibn ‘Umar (moge Allah tevreden met hen beiden zijn).
- Ze moeten alleen de armen voeden en het vasten hoeven ze niet in te halen. Onder de Sahabah was dit de mening van ‘Abd-Allah ibn ‘Abbas (moge Allah tevreden met hem zijn). Ibn Qudamah heeft dit ook overgeleverd in al-Mughni (3/37) van Ibn ‘Umar (moge Allah tevreden met hen beiden zijn).
Abu Dawud (2318) heeft van Ibn Abbas en Ali overgeleverd dat de zin “degenen die slechts met grote moeite kunnen vasten” in surah Al-Baqarah (2:184) een concessie was die gedaan werd aan oude mannen en oude vrouwen die het moeilijk vinden om te vasten, door hen toe te staan niet te vasten en daarvoor in de plaats voor elke dag een arme persoon te voeden. Hetzelfde geldt voor zwangere en borstvoedende vrouwen als ze bang zijn zichzelf of hun kind te schaden. Abu Dawud heeft gezegd: met andere woorden, voor hun kinderen – ze hoeven niet te vasten en mogen in de plaats daarvan (de armen) voeden. An-Nawawi heeft gezegd: de isnad is hasan.
Dit is ook overgeleverd door al-Bazzar die er aan toevoegde: Ibn Abbas zei tegen een concubine van hem die zwanger was: “Jij bent als iemand die niet kan vasten dus moet je de fidyah betalen, maar je hoeft het vasten niet in te halen.” Al-Daraqutni heeft de isnad als sahih gekwalificeerd, zoals vermeld door al-Hafiz in al-Talkhis.
Al-Jassas heeft overgeleverd in Ahkam al-Quran dat de geleerden van mening verschilden over deze kwestie. Hij zei:
De Salaf verschilden van mening over deze kwestie en er waren drie standpunten. ‘Ali zei: ze moeten het vasten inhalen als ze niet vasten, maar ze hoeven de fidyah niet te betalen. Ibn ‘Abbas zei: Ze moeten de fidyah betalen maar ze hoeven het vasten niet in te halen. Ibn ‘Umar zei: Ze moeten de fidyah betalen en het vasten inhalen.
Degenen die zeiden dat ze alleen het vasten in moeten halen, citeren het volgende als bewijs:
- An-Nasaa’i (2274) heeft overgeleverd van Anas dat de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) zei: “Allah heeft de helft van het gebed opgeschort voor de reiziger, en het vasten, en voor degenen die zwanger zijn en borstvoeding geven.” (Ingedeeld als sahih door al-Albani in Sahih an-Nasaa’i). De Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) heeft verklaard dat de regel voor zwangere en borstvoedende vrouwen hetzelfde is als de regel voor de reiziger. De reiziger hoeft niet te vasten en moet het later inhalen en dit geldt ook voor de zwangere en borstvoedende vrouwen. Zie Ahkam al-Quran door al-Jassas.
- Vergelijkbaarheid met de zieken. Zoals ook de zieken toestemming hebben om niet te vasten en het later in moeten halen, geldt dit ook voor degenen die zwanger zijn en borstvoeding geven. Zie al-Mughni 3/37; al-Majmu 6/273.
Deze mening, dat alleen het vasten ingehaald moet worden, kreeg de voorkeur van een aantal geleerden.
Sheikh ibn Baaz heeft in Majmu al-Fatawa (15/225) gezegd dat zwangere en borstvoedende vrouwen onder dezelfde regeling vallen als degenen die ziek zijn. Als het te moeilijk voor hen is om te vasten, dan wordt hun voorgeschreven om niet te vasten, maar ze moeten wel het vasten inhalen wanneer ze hier weer toe in staat zijn, net zoals degenen die ziek zijn. Sommige geleerden zijn van mening dat het voldoende is voor hen om een arme te voeden voor elke dag die ze gemist hebben, maar dit is een zwakke mening. De correcte mening is dat ze de gemiste vastendagen in moeten halen, net zoals reizigers en degenen die ziek zijn, want Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“…maar wie onder u ziek is, of op reis, vaste een aantal andere dagen.” (Surah Al-Baqarah 2:184).
Hij heeft in Majmu al-Fatawa (15/227) ook gezegd dat de correcte mening in deze kwestie is dat zwangere en borstvoedende vrouwen het vasten in moeten halen, en wat overgeleverd is van Ibn Abbas en Ibn Umar, dat zwangere en borstvoedende vrouwen in plaats daarvan de armen moeten voeden, is een zwakke mening die tegen het bewijs ingaat. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“…maar wie onder u ziek is, of op reis, vaste een aantal andere dagen.” (Surah Al-Baqarah 2:184).
Zwangere en borstvoedende vrouwen zijn te vergelijken met degenen die ziek zijn en vallen niet onder de regeling van oude mensen die niet kunnen vasten. Ze vallen onder de regeling van degenen die ziek zijn dus moeten ze het vasten inhalen wanneer ze in staat zijn om dat te doen, zelfs als dat vertraagd wordt.
In Fatawa al-Lajnah al-Da’imah (10/220) staat dat wanneer een vrouw voor zichzelf of voor haar foetus vreest vanwege het vasten tijdens de Ramadan, ze het vasten mag verbreken en dat ze alleen de gemiste dagen in hoeft te halen. Ze wordt in dit opzicht gelijk gesteld aan degene die ziek is en niet in staat is om te vasten of vreest dat het vasten hem zal schaden. Allah zegt:
“…maar wie onder u ziek is, of op reis, vaste een aantal andere dagen.” (Surah Al-Baqarah 2:184).
Hetzelfde geldt voor een borstvoedende vrouw die voor zichzelf vreest als ze haar kind voedt tijdens de Ramadan of als ze vreest voor haar kind als ze vast en hem geen borstvoeding geeft. Dan hoeft ze niet te vasten, ze moet alleen de gemiste vastendagen inhalen.
In Fatawa al-Lajnah al-Da’imah (10/226) staat ook:
Een zwangere vrouw moet vasten tenzij ze vreest voor zichzelf of haar foetus als ze vast, in dat geval is het toegestaan voor haar om niet te vasten maar moet ze de gemiste vastendagen inhalen nadat ze bevallen is en gereinigd is van de kraambloeding (nifas). Het is niet voldoende voor haar om in plaats daarvan een arme te voeden, ze moet juist vasten en hoeft geen arme te voeden als ze dat doet.
Sheikh ibn Uthaymien heeft in al-Sharh al-Mumti (6/220) gezegd nadat hij de verschillende meningen van geleerden genoemd had over de uitspraak in deze kwestie en nadat hij zijn voorkeur duidelijk had gemaakt voor de mening dat ze alleen de gemiste vastendagen in moet halen:
Deze mening is naar mijn mening het meest correct omdat ze hoogstens zijn als degenen die ziek zijn of reizen, die de gemiste vastendagen alleen in hoeven te halen.
En Allah weet het het beste
Interessant artikel, na het aandachtig te hebben gelezen heb ik het ook gelijk naar een collega gemaild! Ik hou jullie website in de gaten, top!
Waar staat er over borstvoeding, zwangerschap, Ramadan en vasten iets over in de Koran.
4ufggh
3ltdic
z2lgmt
o8b010
462dl4