Lang geleden was er een land die geregeerd werd door verschillende koningen. Ieder jaar kreeg het land een nieuwe koning die een jaar lang de macht had in het land. Maar iedere koning die aan de macht kwam, moest toestemmen dat hij na zijn regeerperiode naar een eiland gestuurd zou worden. Hij mocht dus niet meer in het land zelf blijven.
Eén van de koningen had zijn regeerperiode van een jaar beëindigd en het was tijd voor hem om zijn belofte na te komen: naar het eiland toe om daar te gaan wonen. De mensen van het land kleedden deze koning aan met dure kleding, hielpen hem een olifant op om vervolgens afscheid te nemen van de mensen in zijn land. Hij maakte een tocht door het land, nam afscheid van de mensen en toen kwam het moment waarop hij moest vertrekken. De koning werd naar een boot gebracht waarmee hij naar het afgelegen eiland gebracht werd en hij werd daar achtergelaten.
Op de terugweg zagen de mensen een schip zinken en ze zagen een jongeman die nog in leven was en zichzelf probeerde te redden door zichzelf vast te houden aan een stuk hout. Aangezien het land een nieuwe koning nodig hadden, redden ze de jongeman en namen hem mee naar land. Ze vroegen de jongen om koning te worden van het land voor de duur van een jaar. De jongen weigerde eerst, maar uiteindelijk accepteerde hij hun aanbod. De mensen vertelden hem toen over de regels en voorschriften en maakten hem duidelijk dat hij na zijn regeerperiode van een jaar naar het eiland gestuurd zou worden.
Nadat de jongeman drie dag koning was, vroeg hij aan de ministers of zij hem het eiland konden laten zien waar alle voormalige koningen naar toe gestuurd werden. De ministers stemden toe en ze vertrokken naar het eiland. Het eiland bestond uit een grote jungle en de geluiden van de roofdieren die er rondliepen waren al vanaf een afstand te horen. De koning betrad het eiland en zag de dode lichamen van eerdere koningen. De jongeman begreep dat hij, wanneer zijn regeerperiode voorbij was, zijn dood zou vinden op dit eiland.
De koning keerde hierop terug naar het land en hij vroeg de mensen om voor honderd sterke werkers te zorgen. De mensen deden dit en de koning nam deze werkers mee naar het eiland. Op het eiland gaf hij hen de opdracht om de roofdieren te doden en de bomen te kappen. De koning zou daarop iedere maand het eiland bezoeken om te zien hoe het werk ervoor stond. Tijdens de eerste maand werden alle roofdieren gedood en werden er vele bomen omgekampt. Tijdens de tweede maand was het eiland leeg. Hierop gaf de koning de werkers de opdracht om akkers en tuinen aan te leggen in verschillende delen van het eiland. Ook nam de koning nuttige dieren mee, zoals kippen, vogels, geiten, koeien en dergelijke. Tijdens de derde maand was dit gedaan en toen gaf de koning de werkers opdracht om grote huizen te bouwen, havens en dergelijke. De werkers bleven hard door werken en door de maanden heen veranderde het eiland in een hele mooie plek.
Tijdens de rest van zijn regeertermijn bleef de koning simpele kleding dragen en gaf hij alleen het hoognodige van zijn inkomsten uit. Alles wat hij overhield aan inkomsten, stuurde hij naar het eiland om het daar op te slaan. Dit ging zo door tot het negen maanden later was. Op dat moment riep de koning zijn volk bijeen en hij zei tegen hen: “Ik weet dat ik naar het eiland moet gaan na een jaar regeerperiode, maar ik zou er liever nu meteen heen gaan.” Echter, de mensen stemden hier niet in mee en zij zeiden tegen de koning dat hij nog drie maanden aan moest blijven als koning om het jaar vol te maken. Eerder mocht hij niet gaan.
De laatste drie maanden gingen voorbij tot hij het jaar volgemaakt had. De mensen kwamen weer naar hem toe, kleedden hem mooi aan en brachten hem naar de olifant om hem door het land te laten rijden om afscheid te nemen. Voor de vorige koningen was dit altijd een zeer verdrietig moment geweest, maar deze koning was ongewoon blij om het koninkrijk te verlaten. De mensen vonden dit vreemd en zij vroegen hem: “Alle vorige koningen huilden altijd op dit moment, maar jij lacht, waarom is dat?” De koning antwoordde hierop: “Weten jullie niet wat de wijze mensen zeggen?” Zij zeiden: “Nee.” Hierop antwoordde hij:
“Wanneer een baby ter wereld komt, huilt hij en de mensen om hem heen lachen. Wij zouden ons leven zo moeten leiden, dat wanneer we overlijden wij zullen glimlachen en dat de mensen om ons heen huilen. Ik heb zo’n leven geleefd hier als koning. Waar alle andere koningen verdwaalden in de luxe van het koninkrijk, bleef ik altijd aan de toekomst denken en bereidde mij voor op de toekomst. Ik veranderde het onleefbare eiland in een prachtige verblijfplaats waar ik na deze regeerperiode in vrede zal kunnen verblijven.”
En dit geldt ook voor onze levens, op deze manier zouden wij onze levens moeten indelen. Het leven in deze wereld is slechts een voorbereiding op het echte, eeuwige leven in het hiernamaals. Dit leven is tijdelijk, zoals ook de termijn als koning voor deze jongeman tijdelijk was. Wanneer hij opgegaan zou zijn aan de genietingen en geneugten die hij kon hebben als koning, dan zou hij alles uit het tijdelijke leven gehaald hebben, maar daarna zou zijn leven voorbij zijn. Wanneer wij dit leven gebruiken om te genieten zonder daarbij aan het hiernamaals te denken, dan zullen wij zijn zoals de koningen voor deze jongeman. Wij zouden verdwaald raken in de verleidingen en genietingen van het wereldse leven en wij zouden vergeten wat er na dit leven komt. Wanneer wij ons echter zouden richten op het hiernamaals, kunnen we ons voorbereiden op het eeuwige leven wat er na dit tijdelijke leven komt (29:64):
En voorwaar, het Huis van het Hiernamaals is zeker het echte leven, als zij het wisten!
Klinkt logisch nietwaar? Waarom is het dan toch zo dat het merendeel van de mensen zich gedraagd als de koningen voor de laatste koning? Moge Allah ons leiden op Zijn Rechte Pad.